Brieven
Vrij Nederland
Cor Jaring | 1936 - 2013
Cor Jaring | Door Sander Donkers
Een ‘halve Cor’, zo voelde hij zich de laatste maanden steeds vaker. Fotograferen deed Cor Jaring (1936) al een tijd niet meer, maar dat hij nu ook zijn geliefde studio in de Amsterdamse Dapperbuurt moest missen, viel hem zwaar. ‘Dat was echt zijn wereld,’ zegt Jarings zoon Jeroen. ‘Tussen die mensen was hij thuis. Maar zijn lichaam was gewoon op.
Informatie
Familieband: | Geen |
Plaats: | Amsterdam |
Brief: | Bericht over Cor |
Datum : | 22 november, 2013 |
Tags: | Sander Donkers, Cor Jaring |
Hij kon er niet meer heen.’ In de studio, op een steenworp afstand van het Wittenburg waar Jaring opgroeide, was het lange tijd een zoete inval geweest. Van beroemdheden als Karel Appel, Jan Cremer en Jan Wolkers tot de kopstukken van Provo, van vreemde paradijsvogels uit het hippietijdperk tot de gewone marktkoopman van om de hoek. Iedereen kwam er, want Cor ‘kon’ met iedereen. Er werd gedronken, er werden verhalen verteld. Sterke verhalen vaak. Want zoals Jaring zei: ‘Aan leugenaars heb ik een pleurishekel, maar fantasten zijn mijn beste vrienden.’
Zolang het mogelijk was, bleef Jaring naar de Pieter Vlaminghstraat gaan. Hij wilde nuttig zijn: foto’s inscannen, werken aan het archief. De laatste twee jaar met steeds meer hulp van fotograaf Sander Troelstra, die met hem in contact was gekomen in het kader van PS Camera – een project waarbij jonge fotografen werk maken met de camera’s van gevestigde namen. Ze ontwikkelden een ‘wisselwerking’, zegt Troelstra. ‘We spraken over fotografie, ik deed klussen voor hem. Gaandeweg begon ik hem te fotograferen, met zijn oude Canon AE1-camera. En natuurlijk vertelde hij mij zijn hele geschiedenis – alleen daarom al bleef ik steeds weer terugkomen.’
Toen duidelijk werd dat het echt niet meer ging, hielp Troelstra ook bij het leeghalen van de studio. Een fikse klus: de werkplaats, de spullen die Jaring tijdens zijn reizen verzameld had, en natuurlijk het archief. Eind oktober werden de negatieven overgedragen aan het Stadsarchief Amsterdam. ‘Het zijn rond de 100.000 foto’s,’ zegt Jeroen Jaring. ‘Als kind dacht ik weleens: mijn vader zit wel erg vaak in de kroeg. Maar hij heeft toch wel heel veel en heel mooi werk geleverd. Nu wordt het allemaal gearchiveerd en gedigitaliseerd. Ze gaan er goed mee om, en daar zijn we als familie heel blij mee.’
Van de geplande ceremonie bij de overdracht zag de fotograaf uiteindelijk af. Jeroen Jaring: ‘Hij vond zichzelf niet meer de Cor die hij ooit was. Met een mooi verhaal, en een goeie blik in zijn ogen. Hij was sterk vermagerd, had geen kracht meer. Hij wilde dat mensen hem herinnerden als de Cor van vroeger.’
Die Cor Jaring, zoon van Schele Willem, groeide op als ‘een soort Ciske de Rat’, en werd van jongs af aan aangetrokken door het avontuur. Dat kwam door de haven, waar zijn hele familie al ‘honderd jaar’ werkte, en waar het naar ‘ver weg’ rook. ‘Het gebeurt nooit hier, hè,’ zei Jaring in Vrij Nederland. ‘Altijd daaro, over de keerkring, daar waar de zon ondergaat.’ Tot zijn spijt besefte hij al snel dat het zeemanschap niet tot de mogelijkheden behoorde. ‘Ik had twee makkes: als ik met me omes op het IJ zat te vissen, werd ik al zeeziek, ging ik met me fiets naar Diemen, dan kreeg ik heimwee.’
Jaring had de mazzel dat het, net toen hij een paar jaar serieus bezig was met fotografie, wel degelijk hier gebeurde. In ‘Magies Sentrum’ Amsterdam, waar hij elke baksteen op zijn duimpje kende. Kort voordat Provo losbarstte, werd hij door Robert Jasper Grootveld benaderd in kunstenaarscafé Scheltema. ‘Dat mijn vader kon fotograferen, geloofde hij wel,’ zegt Jeroen Jaring. ‘Op een knopje drukken, dat kon iedereen. Maar Grootveld wilde weten: zíe je het ook? Waarop mijn vader knikte, en antwoordde dat hij het zág. Toen zei Grootveld: “Mooi, dan blij je vanaf nu dag en nacht bij mij. Er komt een culturele revolutie aan die de hele wereld over zal gaan. We hebben steun nodig, dus we gaan alle café’s af.” Nou, dat was niet tegen dovemansoren gezegd.’
Provo werd zijn claim to fame. Jaring was overal bij. Zijn foto´s van de happenings, de rellen rond het huwelijk van Beatrix en Claus, maar ook van de ´bed in´ van John Lennon en Yoko Ono gingen de hele wereld over. Later zou hij ook bekendheid vergaren met de prachtige foto´s die hij eind jaren vijftig, begin jaren zestig in de Amsterdamse haven maakte. Hij wilde ‘die koppen hebben’, en hij was een van de weinigen die de noeste havenarbeiders ook kón fotograferen, omdat hij nou eenmaal Corrie van Schele Willem was, en iedereen hem kende.
Maar heimwee of niet, reizen deed Jaring wél, en ook over de keerkring beleefde hij de nodige avonturen. ‘In Indonesië werd hij door Soekarno uitgenodigd om in zijn paleis te logeren,’ vertelt Jeroen Jaring. ‘Die man was gek met die rare Hollander met die snor. Het was de tijd dat hij bedrijven nationaliseerde en duizenden Nederland het land uitzette. Uiteindelijk heeft Soekarno mijn vader getipt dat het weleens gevaarlijk kon worden, en het beter was dat hij wegging.’
In Indonesië ontmoette hij ook Nancy Sinatra, dochter van Frank, met wie hij vele feestjes afstruinde. Jeroen Jaring: ‘Zij vroeg hem om mee te gaan naar Hollywood. Daar zou hij alle sterren kunnen fotograferen, en een rijk man worden. Maar ja, dat wilde hij niet.’ Want reizen, dat was leuk en aardig, maar uiteindelijk moest Jaring terug. Naar zijn kinderen, zijn vrienden, naar de haven, en natuurlijk naar zijn vrouw Willy, die kuiltjes in haar wangen had, en mooier was ‘as de hangende tuinen van Babylon’.
Vorige week zondag, nog geen tien dagen nadat de sleutel van zijn studio bij de woningbouwvereniging was ingeleverd, overleed Cor Jaring. ‘Alles was geregeld,’ zegt Sander Troelstra. ‘Hij was klaar. “Ik wil rustig uitrollen,” zei hij.’ Zoon Jeroen wordt sindsdien overstelpt met reacties. ‘Ik merk nu hoe bijzonder mensen het vonden om hem te kennen. Iedereen hing aan zijn lippen als hij verhalen vertelde. Wat hij heeft meegemaakt, dat kan je met tien boeken nog niet af. Hij kon ook lastig zijn, zeker als hij een slokje op had. Regelmatig kwam hij thuis met een knoeperd van een blauw oog, want hij ging voor niemand uit de weg. Dat gaf weleens spanningen. Een echte gezinsman was mijn vader niet, maar hij was wel lief. En er is echt een Amsterdammer doodgegaan.’
Gerelateerd
Over deze website
Deze website, corjaring.nl, is een initiatief van de familie Jaring, bedoeld om het levenswerk van Cor voor toekomstige generaties te borgen. De website is in tegenstelling tot de vele boeken die er al zijn verschenen dynamisch van aard. Door het roerige leven van Cor Jaring duiken er naast boeiende foto’s ook telkens mooie verhalen en anekdotes op die we zullen optekenen op deze website.
Nieuws
- Amsterdam 750 jaar
23 oktober , 2024
- Het Scheepvaartmuseum
Virtuele ExpositieFebruari , 2024
- Opening expositie
17 november 2023
- Lancering website
16 november 2023
YMY Re-Lated | Let's Go 360 © 2024| All Rights Reserved
Made withby Marcel Pelgrim